Labyrinth Bronlaak, een krachtplaats met een mooi verhaal

In mijn zoektocht naar nieuwe krachtplaatsen kom ik regelmatig hele bijzondere plekken tegen. Eén van die plekken is Bronlaak, een antroposofische woon-werkgemeenschap voor mensen met een beperking. Henric van Dijk, stafmedewerker terreinen, informeerde mij over het labyrint dat hij daar, op een leylijn, had laten maken. Dat klonk interessant, dus toen ik in de buurt was ging ik er langs. Dat resulteerde in een mooie ervaring en een heel bijzonder verhaal over de bijzondere ontstaansgeschiedenis van het labyrint.
Bronlaak
Rond 1910 kocht bankier Adam Roelvink woeste peelgronden en liet hierop, door landschapsarchitect Leonard Springer, landgoed de Groote Slink aanleggen, in Engelse landschapsstijl, met zichtassen en parkstructuur rond de villa die later Bronlaak werd genoemd. Adams dochter, Willy Roelvink, volgde Rudolf Steiner en hoorde dat er een plek gezocht werd voor jongvolwassen verstandelijk beperkten. Ze heeft toen, in 1948, het landhuis ter beschikking gesteld en later, inclusief circa 23 ha grond geschonken aan Stichting Bronlaak, voor een antroposofische woon-werkgemeenschap. Daarna is de rest van het landgoed Groote Slink door de Stichting Brabants Landschap verworven.
De oorspronkelijke villa vormt nu het hart van de woon‑werkgemeenschap Bronlaak, waar volwassenen met een verstandelijke beperking wonen en werken binnen de antroposofische zorgvisie.
De naam Bronlaak is overigens een verbastering van het Duitse Brunnenlaach. Dit is, in de beroemde middeleeuwse Arthurlegende Parzival, de plek waar het gebroken graalzwaard weer heel werd. Het herstel van het zwaard symboliseert de hernieuwde kans en de innerlijke heelwording van Parzival zelf.
Ik parkeer op Bronlaak en loop langs de winkel, waar door de bewoners lokaal geproduceerde producten worden verkocht, naar de receptie. Daar vraag ik naar Henric, maar die is er niet. Ik kon hem niet meer bereiken en krijg zijn telefoonnummer, zodat we kunnen videobellen. Zo kijkt hij met me mee en leidt me door de paden in het bos naar het labyrint. Ondertussen vertelt hij over de bijzondere ontstaansgeschiedenis ervan.
Labyrint
Bij het labyrint aangekomen sta ik stil voor de ingang, totdat ik helemaal tot rust ben gekomen en loop dan het pad met de vraag: Wat nu belangrijk voor mij?
Al lopend ontvouwt zich het antwoord: vrijheid en onafhankelijkheid, niet reageren op anderen. Mijn bewustzijn verankeren in Zijn, onafhankelijk van wat anderen doen en zeggen.
Niet alleen krijg ik een mooi antwoord, het voelt hier ook heel goed. Wat een prachtige plek is dit!
Vervolgens kijk ik met de wichelroede waar de energie stroomt en ik constateer dat er een energiekruising is buiten het centrum.
Ik bel weer met Henric en die vertelt dat het krachtcentrum inderdaad buiten het centrum ligt en dat daar een kristal onder de grond ligt. Vervolgens noemt hij nog een bijzonder krachtplek: bij de openhaard in het hoofdgebouw. Hij heeft de medewerkers al aangekondigd dat ik er aan kom.
Openhaard
Ik loop dus naar het hoofdgebouw en kijk daarbinnen. Er blijkt inderdaad een plek, ongeveer een meter van de open haard te zijn, waar een energiekruising is met heerlijke energie. Als ik daar ga staan, voel ik me blij en gelukkig en voelt het alsof ik word vertroeteld.
Ik spreek twee medewerkers, die dit heel interessant vinden. Ze hadden al gemerkt dat sommige bewoners erg graag op die plek wilden zitten en dat het hen zichtbaar goed deed. De plek is meestal in gebruik, maar incidenteel ook openbaar toegankelijk.

Ontstaan van het labyrinth
Deze plek verdient een plekje in mijn boek over Krachtplaatsen in Nederland, dus ik vraag Henric nog wat details over de totstandkoming van het labyrint, waarop hij antwoord dat de maker beter zelf hier iets over kan vertellen. De maker is Mark Dimiioniatis en dit is zijn bijzondere verhaal:
“Soms komen er plotseling onaangekondigde wendingen voor in je leven. Mij overkwam het in 2022, een tijd waarin het stil werd in Nederland en de wereld, stiller dan ik ooit ervaren had. Iedereen werd genoodzaakt terug te keren naar zichzelf en naar een kleine kring om zich heen.
Reflectie en het zoeken naar nieuw perspectief kregen ruimte. Ik verloor in deze periode de kracht om mijn droombaan uit te oefenen, een baan die ik meer dan twintig jaar met hart en ziel had gedaan. Met veel plezier fietste ik iedere dag dertig kilometer op en neer om er te zijn.
In mijn ‘ziektetraject’ kreeg ik een mooi voorstel om te re-integreren. Mijn re-integratie bestond uit het creëren van een stenen labyrint op een bijzondere plek in de bossen van Oploo, op Bronlaak.
Ik zette het in gang, en er arriveerde een vrachtwagen met veertig ton aan stenen. De aangewezen plek voor het labyrint, een eerder gemeten krachtige energieplek, was alleen bereikbaar via voetpaden door het bos en lag een kilometer verwijderd van de plaats waar de vracht stenen was gelost. Op dat moment stond ik futloos te kijken naar de stapel stenen, maar iets diep in mij vertelde me: je krijgt dit voor elkaar!
Hoe, dat was me nog niet duidelijk. Ik bracht met een kruiwagen steen naar de plek en ontdekte dat er veel obstakels in de weg lagen: gevallen boomstammen, afgestorven bomen enzovoort. Er moest worden geruimd. De grote bomen om de krachtplek heen bepaalden de maximale grootte van het labyrint.
Meer dan een uur werken lukte me nog niet, maar het idee van een labyrint bouwen vond ik fascinerend, en dat motiverende gegeven zorgde ervoor dat ik doorging. Ik fietste naar huis en ging weer slapen. Na een maand was de grond bouwklaar, vlak, en een klein deel van de stenen stond op zijn plek.
Vervolgens moest er gewerkt en nagedacht worden over de vormgeving en de hoeveelheid benodigde materialen. De open plek had een diameter van vierentwintig meter. Hoe breed moesten de paden en muren worden, en had ik genoeg steen? Het leek logisch om de gemarkeerde krachtplek als centrum te nemen voor het labyrint, maar deze lag te ver uit het midden van de open plek waardoor de paden te smal zouden worden.
Het bos in Oploo is onderdeel van een antroposofische woon-werkgemeenschap, waar velen slecht ter been zijn. Daarom moesten de paden toegankelijk en breed genoeg zijn voor iedereen. Onder het energiepunt buiten het midden begroef ik een grote bergkristal onder een van de muren. Wat bijzonder is, is dat ik, als ik mensen nu door het labyrint zie lopen, ze vaak stil zie staan op de plek van het kristal.
Ik begon te werken aan het achterste deel van het labyrint, symmetrisch en eenvoudig uitgezet met een reuzenpasser van staaldraad. De grenzen markeerde ik met kiezelsteentjes. De grootste stenen verdeelde ik over het geheel, en stuk voor stuk puzzelde ik langs de gemarkeerde lijnen en vulde ze aan tot een hoogte van dertig à vijftig centimeter. Hoe meer stenen gelegd waren, hoe nauwkeuriger het nodig werd de juiste stenen te kiezen om op te vullen.
Na verloop van tijd merkte ik dat ik er gevoel voor kreeg. Ik liep dan naar de stapel stenen met in mijn gedachten al de juiste driedimensionale steen die ik nodig had. De tevredenheid die over me kwam, en het geluid van het inzetten van de passende steen, blijven me nu nog bij. Voor mij benadrukt dat de kracht van verbondenheid in stilte.
De weken regen zich aaneen terwijl mijn enthousiasme groeide. Helaas kon ik dat niet zeggen van mijn energie: het bleef een gevecht, iedere dag met werken en langdurig slapen.
Uiteindelijk was het achterste deel zo goed als gelegd en moest ik nadenken over het voorste gedeelte met zijn complexere vormen. Er kwamen snel effectieve oplossingen, en ik kreeg het gevoel dat ik dit ooit eerder had gedaan. Vanaf het moment dat het eerste pad van de voorste helft met de achterste helft verbonden werd, overkwam mij iets wonderlijks: de zware deken van vermoeidheid die ik had ervaren sinds ik gedwongen was te stoppen met mijn werk, waar ik zo van hield, begon lichter te worden.
Het lukte me langer door te werken en ik had minder slaap nodig. Met het verbinden van ieder afzonderlijk pad zette dit proces zich voort. Na drie maanden werk waren alle paden gelegd, en vier grote stenen waren buiten het labyrint op de windrichtingen geplaatst.
Een paar weken lang liep ik dagelijks door het labyrint met een emmer kleine stenen, zoekend naar plekken om alles sluitend te maken. Al puzzelend droegen ze bij aan de algehele stabiliteit. Meerdere keren merkte ik dat het labyrint al bewoond was; bij het plaatsen van sommige sluitstenen werden die meteen weer uitgeduwd door grote kikkers en padden die er een onderkomen hadden gevonden. Deze holtes bleven dan open.
Uit gewoonte bleef ik in die tijd iedere dag naar het labyrint gaan, zitten, kijken, voelen, lopen, tot het voor mij duidelijk werd dat het compleet was.
Nu, drie jaar later, als ik het labyrint opzoek, weet ik nog steeds hoe ik me toen voelde. Ik kan het nog steeds niet geloven wanneer ik het geheel aanschouw — dat ik het heb gemaakt. Het is als in een droomtoestand tot stand gekomen; zo beleef ik het. Met zekerheid kan ik zeggen dat het maken van dit labyrint een grote rol heeft gespeeld in mijn genezingsproces.”

Aandachtspunten voor een bezoek
Het labyrint is zeker een bezoekje waard.
De exacte locatie vind je op de krachtplaatsenkaart.
Het labyrint ligt op het terrein van Bronlaak, maar is openbaar toegankelijk. Hou er wel rekening mee dat hier kwetsbare mensen wonen en werken en ga daar met respect mee om.
Informatie
- Alle krachtplaatsen staan ingetekend in de interactieve kaart met krachtplaatsen.
- De foto’s van het labyrint zijn van Mark Dimiioniatis. De overige zijn van mij (Theo).




0 Comments